Afgelopen vrijdag sprak ik tijdens een training met een groep jonge consultants over het begeleiden van mensen bij veranderingen. Ik besprak de fases die William Bridges onderscheidt: Het Einde waarin het verlies wordt gevoeld, de Neutrale Fase, waarin nog niets concreet is en die wordt gevoeld als onduidelijkheid, en het Nieuwe Begin. Ik vertelde mijn eigen verhaal erbij: Op dit moment is de Unit waarin ik werk in verandering en nu duidelijk is dat we niet op de oude voet verder gaan, bevind ik me - geloof ik - wel in de neutrale fase: ik weet niet wat het voor mij gaat worden. Alhoewel ik heel tevreden ben over hoe het proces verloopt en over hoe er gecommuniceerd wordt, voel ik me toch niet lekker met de situatie. Ik vind het erg om collega’s en een bepaalde vertrouwdheid te gaan missen en ik kan me nog geen voorstelling van maken van mezelf in de nieuwe situatie. Ik ben dus ook nog even niet ontvankelijk voor motiverende praatjes (het wordt vast leuk, nieuwe kansen).
Terwijl we hierover spraken, vertelde een van de cursisten dat hij net een nieuwe opdracht had gekregen om een team, waarvan de werkzaamheden naar India zou worden overgeplaatst, te begeleiden bij de ontmanteling. Toen hij tijdens de intake had gevraagd hoe dat voor de medewerkers was, had de teamleider gezegd: “Ach, ze hebben al zoveel meegemaakt, ze zijn al die veranderingen wel gewend, ze zijn er hard onder geworden”. Met andere woorden hij hoefde daar niet zoveel aandacht aan te besteden.
Vanavond was ik bij een lezing van Manu Keirse over Rouw en Verdriet. Manu Keirse is hoogleraar aan de universiteit van Leuven en heeft veel boeken geschreven over dit onderwerp. Hij sprak over de ‘taken’ die een rouwende moet vervullen bij de rouwverwerking en hoe je rouwenden daarbij kunt helpen.
De eerste taak is dat je de nieuwe werkelijkheid onder ogen moet zien (iemand of je werk is er echt niet meer). Je kunt mensen hierbij helpen door meerdere malen informatie te geven over wat er gebeurt (is) en de kans te geven om meerdere malen hun verhaal te doen. Verder moet je vooral niets weg houden.
De volgende taak is de pijn en het verdriet te ervaren. Boosheid, schuldgevoelens, huilen, lamlendigheid zijn normale reacties.
De 3e taak is je aanpassen aan de nieuwe situatie. Je kunt iemand helpen door steeds weer naar het verhaal te luisteren. En als je goed luistert zul je merken dat dit verhaal steeds verder verandert en zich aanpast aan de nieuwe werkelijkheid.
De laatste taak is het opnieuw leren houden van de mensen en het (nieuwe) leven. Dit is niet het verdriet loslaten, maar het kunnen dragen. Verwerken is niet vergeten.
Toen ik dit verhaal vanavond aanhoorde, moest ik ineens denken aan die mensen die nu geconfronteerd worden met het verlies van hun werk en die zogenaamd hard zijn geworden onder alle veranderingen. Het verlies van werk is erg, maar het niet mogen rouwen om dat verlies, is volgens mij nog veel erger. Zonder einde en neutrale fase is er namelijk geen goed begin van iets nieuws mogelijk.
Iedereen reageert anders op veranderingen en verlies. In een van de boekjes van Manu Keirsen staat de volgende zin: ‘Verdriet is als een vingerafdruk: voor iedereen herkenbaar en toch zijn geen twee vingerafdrukken gelijk’. Ik zie dat bij mijn collega’s: ieder verwerkt die veranderingen op een andere manier. Maar het mag op tafel liggen en gezegd worden. Dat wens ik de medewerkers van mijn cursist ook van harte toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten